De Participatiewet is een grote roze wolk

1 januari 2015: de sociale werkvoorziening ging op slot; de Participatiewet was een feit. Een inclusieve samenleving, daar gingen we voor! Niemand kon daar tegen zijn. Want hoe mooi is het dat mensen naar vermogen bij reguliere bedrijven werken?

Van werkvoorzieningsschap naar ontwikkelbedrijf

Bij WVS betekende de invoering van de Participatiewet niet het einde. De uitstroom van medewerkers met een Wsw-indicatie was een gegeven, maar er komen nog steeds mensen binnen. Zij moeten in een relatief kort tijdsbestek klaargestoomd worden voor werk. Een behoorlijke switch in bedrijfsvoering als je kijkt naar onze geschiedenis. De focus ging van productie draaien en van voorzien in werk (leuk weetje: WVS staat voor WerkVoorzieningsSchap) naar ontwikkeling. En daar ben ik heel blij om, want ik ben ervan overtuigd dat er op die manier veel meer uit mensen valt te halen.

Geen extra banen

Maar de realiteit is dat die Participatiewet een grote roze wolk is. Dat riep ik al in 2011 – toen de discussie net begon – maar het bleek onlangs ook uit het onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Er moesten 125.000 banen komen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar de eindevaluatie van het SCP liegt er niet om: de Participatiewet faalt. Want wat blijkt? De baankansen van bijstandsontvangers en arbeidsgehandicapten zijn amper toegenomen.

En dan zijn de individueel gedetacheerden – mensen die worden ingeleend door een bedrijf terwijl ze in dienst blijven van het sw-bedrijf – zelfs nog meegeteld. Toenmalig staatssecretaris Klijnsma merkte in 2016 namelijk dat de wet niet zo soepel liep en koos een creatieve aanpak: alle gedetacheerden mochten meegeteld worden bij die 125.000. Eigenlijk is dat natuurlijk niet helemaal eerlijk, want dat zijn geen extra banen. Deze mensen hádden al werk! Als je het aantal landelijk gedetacheerden van die cijfers van het CBS afhaalt, moet je dus wel tot de conclusie komen dat die hele wet een mislukking is. En dat in economisch hoogtij… Als je hier met een beetje gezond verstand naar kijkt, dan denk je toch: waar zijn we nu eigenlijk mee bezig?

Intrinsieke motivatie

Zeker als je bedenkt dat de Participatiewet in feite een bezuinigingsmaatregel was. Er is een hoop voor opgetuigd en een heleboel geld ingepompt. Die kostenbatenanalyse is niet in kaart gebracht, maar ik durf te stellen dat de totale uitvoering duurder is dan de oude wetgeving was. Als je het mij vraagt, heeft de overheid een verkeerde inschatting gemaakt door ervan uit te gaan dat iedereen bij een reguliere werkgever aan de slag kan. En daarnaast had er nooit een quotumheffing moeten worden ingesteld. Zoiets kun je simpelweg niet afdwingen. Als ik zelf directeur van een regulier bedrijf was geweest, dan had ik de boete gewoon afgekocht om van het gedoe af te zijn. Het zouden namelijk niet de subsidies moeten zijn die motiveren, maar de wens om iemand met een beperking een kans te geven.

Sociale werkvoorziening 2.0

Werk is het beste medicijn, dat is een feit. In mijn ogen maakt het niet uit of dat betaald werk, dagbesteding of vrijwilligerswerk is. Terug naar de oude sociale werkvoorziening, dat zie ik niet echt zitten. Ik geloof dat heel veel mensen, ondanks hun beperking met begeleiding en aanpassingen, heel goed tot hun recht kunnen komen op de arbeidsmarkt. Daar moeten we aan blijven werken samen met onze gemeenten en werkpleinen. De toekomst rondom werk voor deze doelgroep is uiteindelijk aan het kabinet. Mijn advies zou zijn: denk minder krampachtig in banen, maar bouw bruggen tussen het bedrijfsleven en organisaties als WVS. Want laten we eerlijk zijn; werkgevers willen gewoon zo min mogelijk risico en hebben moeite met de begeleiding van deze specifieke groep. En geef ze eens ongelijk. Dus stimuleer de samenwerking tussen reguliere bedrijven en sw-bedrijven zodat werkgevers toch sociaal kunnen ondernemen, maar tegelijkertijd ook de zekerheid van kwaliteit en kwantiteit van hun productie behouden, met de benodigde begeleiding van de mensen die dit nodig hebben. De sw 2.0 dus: een ontzorgingsmodel waarbij medewerkers die niet op de arbeidsmarkt aan de slag kunnen, bij ons in dienst komen en binnen onze muren of op locatie werken voor het bedrijfsleven. Daar zit immers het werk en hier de expertise van het begeleiden van mensen. Eén en één is twee en misschien wel drie! Want ik denk dat je veel meer kunt bereiken als je elkaar versterkt.

Complimentje

Gelukkig weten we elkaar in West-Brabant al heel goed te vinden. Een compliment voor de negen gemeenten en werkpleinen: beschut werk hebben we keurig geregeld in deze regio. Zeker vergeleken met andere delen in Nederland doen we dat echt goed. Chapeau! Ik ben heel blij en trots dat we voor die doelgroep een vangnet hebben in deze regio, maar tegelijkertijd zitten er nog steeds 7000 mensen in West-Brabant op de bank. Het vraagt een creatieve manier van denken om meer mensen aan de slag te krijgen. Inclusie moet het nieuwe normaal worden. Dus samen aan de slag!